OP SPIJK
3. Copera (Kopraaijnhof)
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De oorsprong van de hofstede `Copera` ligt waarschijnlijk geruime tijd vóór de 17e eeuw. Op rivierkaarten uit die tijd en ook daarna staat de boerderij ingetekend op het Beneden-Spijk als `Copera` en `Kopraaijenhof` en ze werd ook wel `Lensenhof` (1713) genoemd, naar één van de bewoners. De naam Copera is waarschijnlijk afkomstig van de familie Coperaij (Copraedt, Kopraij), die in de 17e eeuw op deze boerderij gewoond heeft. Volgens een aantekening op een oude kaart was ze Ihre königliche Majestät von Preussen zuständig. In 1813 werd de hofstede verkocht aan het tweemanschap Carl Gietman en Arnold Terwindt.
Omstreeks 1840 werd de hofstede getroffen door een grote brand. De geblakerde resten werden tot op de grond toe gesloopt en werd er een gehele nieuwe boerderij gebouwd, die echter een andere plattegrond en indeling kreeg. In 1858 werd de boerderij gekocht door Carel Peters van de Raaijhof in Pannerden. Dit was het begin van de steenfabriek `Copera`, die thans nog bestaat.
Op 21 november 1886 brak er door onbekende oorzaak wederom brand uit in het achterhuis van de boerderij. Binnen korte tijd stond alles in lichterlaaie en kwamen 31 stuks hoornvee en drie varkens in de vlammen om. Van de inboedel werd een groot gedeelte geborgen, doch bijna al het graangewas ging verloren. De architect en aannemer Jan Etmans herbouwde de boerderij.
Bij terugkomst na de bevrijding in 1945 hadden de boerderij en schuur meer dan twintig voltreffers van granaten gekregen. Daarna is er nog behoorlijk wat herbouw gepleegd. Maar geboerd wordt er niet meer. Thans wordt de boerderij bewoond door een tweetal jonge gezinnen.
Architectuurbeschrijving (1990)
Veeschuur: één bouwlaag, lisenen die overgaan in rand onder dak en derhalve in zijgevels velden omsluiten. Niet oorspronkelijke poort, segmentboogvormige stalramen, dichtgemetselde segmentboogvormige poort, rondvenster met roedenindeling. Zadeldak, gesmoorde en rode pannen. Windveren.
4. Wardhof
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
Deze reeds eeuwen geleden bestaande boerenhofstede op het Boven-Spijk, heette aanvankelijk ‘Wessel van de Wardthof’, naar de toenmalige bewoner. Later werd het ingekort tot ‘Wardhof’. Sinds het midden der 18e eeuw was de hofstede in het bezit van het geslacht Heijdendaal. In 1897 werd de boerderij eigendom van
H.H. Peters, landbouwer op de Ossenwaard.
In 1961 kocht Theodorus Johannes Jospehus Kraayvanger (1929-1993) uit
Ambt Delden, gehuwd met Annie Goselink, de boerderij met een deel van de landerijen en later de rest van de gronden. Thans wordt de Wardhof geëxploiteerd door Jan en Dorothe Kraayvanger.
In de zomer van 1994 werd de veeschuur door brand als gevolg van blikseminslag volledig verwoest. Er is een ‘gewone’ veeschuur voor in de plaats gekomen.
5. Hof zum Walde I
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
‘Hof zum Walde’ is een zeer oude domeinenhofstede op een terp met een geschiedenis die waarschijnlijk teruggaat naar het eerste Middeleeuwse tolhuis van Gelre aan de Rijn. Er zijn echter twee hofsteden met de naam ‘Hof zum Walde’ geweest. De eerste ‘Hof zum Walde’ lag aan de Marsweg en waarschijnlijk heeft reeds in de 18e eeuw de bewoner die naam meegenomen naar de huidige boerderij aan de Spijkerweg.
Op zaterdag 25 augustus 1821 brak er brand uit op ‘Hof zum Walde’. Het voor- en achterhuis, twee schuren en een hooimijt brandden tot de grond toe af. De brand was zo hevig dat ook de brandweer uit Elten assistentie verleende en later de rekening daarvoor indiende bij het gemeentebestuur van Herwen en Aerdt.
In 1959 verkocht Hendrik Janssen zijn boerderij met alle landerijen aan Bernardus Stam (1907-1998). Stam had tot die tijd op de boerderij ‘Liemershof' in Babberich gezeten. Thans wordt de boerderij beheerd door Piet en Gonny Stam.
Architectuurbeschrijving (1990)
Woonhuis gelegen op een verhoging. Symmetrische gevel met aanbouw van twee bouwlagen met plat dak tegen linkerzijgevel, twee bouwlagen, baksteen, gepleisterde plint, banden van witte verblendsteen, smeedijzeren ankers
Niet oorspronkelijke deur, ramen met bovenlichten, blinden, segmentbogen, geboorte- en sluitstenen van witte verblendsteen.
Schilddak, gesmoorde opnieuw verbeterde Hollandse pannen, bakgoot, gemetselde schoorsteen, plat dak.
6. De Marsweg
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
Deze keuterboerderij werd waarschijnlijk halverwege de 19e eeuw gebouwd. Ze was in het begin van de 20e eeuw eigendom van de Hollands-Duitse Steenfabrieken.
Eén van de bekende bewoners was de familie Van Galen, die rond 1920 verhuisd is naar Beek. Daarna woonde er de familie Pastoors tot 1941. Vanaf 1942 werd het pand gepacht door Paul Gerritzen en Bertha Wijnands. Zij gebruikten het pand als boerderij, maar dan als nevenbestaan. Uit het faillissement van de Hollands-Duitse Steenfabrieken in 1988 werd de Marsweg 1 gekocht door de zoon van Paul Gerritzen junior.
In de jaren 1995/96 werd de boerderij gesloopt en werd er een landhuis (twee onder een kap gebouwd). Huidige bewoners zijn Wim Mulder en zijn vrouw Ceciel Gerritzen van Tolkamer en uitbaters van ‘de Hut’ aan de Eltenseweg en Bertha Gerritzen-Wijnands, moeder van Paul Gerritzen jr.
7. Hof zum Walde (II)
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De oorsprong van deze boerderij, die ook de naam ‘Hof zum Walde’ heeft gedragen is niet precies bekend. Mogelijk is het wel de oudste van de beide Hof zum Walde. De boerderij was sinds de 20e eeuw eigendom van de N.V. Steenfabrieken v/h Terwindt & Arntz.
In de zomer van 1965 groef de Mavo-leraar A. Bredie met zijn scholieren in een hooggelegen boomgaard bij ‘Hof zum Walde’ van J. Gerritzen naar de fundamenten van de oude kapel die ooit behoorde tot het eerste tolhuis van Gelre dat daar in 1222 werd gesticht. Volgens een oorkonde was die kapel daar in 1368 gebouwd door hertog Eduard van Gelre. Bij de opgraving bleek duidelijk dat er restanten van een laat-middeleeuws bouwwerk waren gevonden, zoals muurwerk met een gedeelte van de apsis en het altaarfundament. Deze kapel bleek gebouwd te zijn boven op de vloer van een ouder gebouw, die bestond uit grote platen leisteen, die behakt waren met zeer fijne groeven.
De boerderij, welke in de jaren zestig door Gerritzen van Terwindt & Arntz gekocht was, brandde in de zomer van 1972 ten gevolge van hooibroei volledig af. Herbouwd werd een grote veeschuur en separaat een woonbungalow gebouwd.
In 1994 werd de boerderij voortgezet door Hans Gerritzen, die vanaf de schooltijd reeds bij zijn vader werkte. Na het overlijden van J.A.M. Gerritzen en zijn vrouw is Hans Gerritzen (*1953) en zijn vrouw Dinie Kock in 1997 in het ouderhuis (aparte bungalow) gaan wonen en werd de in 1992 erbij gebouwde bedrijfswoning verhuurd.
Architectuurbeschrijving (1990)
Voormalige boerderij, thans opslagruimte. Twee gepleisterde bouwvolumen tegen elkaar aangebouwd, symmetrisch indeelde gevels, één bouwlaag, smeedijzeren ankers. Zes-ruits schuiframen, luiken, staldeur, twee zadeldaken met rode Mulden pannen.
8. Dijkmanshof
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De benaming 'Dijkmanshof' is hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de familie Dijkman, die reeds in de 17e eeuw een hofstede op Beneden-Spijk tegenover Schenkenschans bewoonde, die door de veranderende loop van de Rijn is weggespoeld. Waarschijnlijk hebben de bewoners toen op Boven-Spijk een nieuwe hofstede gebouwd. Ze werd in de 19e eeuw bewoond door de steenbakkers Jan Arnold Sanders en na hem door Hubert van de Loo. In 1888 werd ze gekocht door de landbouwer H.H. Peters van de Ossenwaard.
De boerderij werd in 1913 door pastoor Gerardus Peters uit Enschede geschonken aan de nieuw te stichten parochie van Gerardus Majella te Spijk. Pachter was de familie Gerritzen.
In 1939 werd de toegang verfraaid met twee stenen kolommen met daarop het inschrift 'Dijkmanshof'. In 1939 werd het rieten dak vervangen door een pannendak en vond er een totale renovatie plaats.
In 1969 werd pachter Hein Gerritzen eigenaar. Dijkmanshof werd verbouwd tot een café-horecabedrijf en kreeg de kleurrijke naam 'Ponderosa' naar de gelijknamige ranch in de destijds veel bekeken televisieserie 'Bonanza'.
Architectuurbeschrijving (1990)
Voormalige boerderij, asymmetrisch ingedeelde gevel. Eén bouwlaag, baksteen, gepleisterde plint, hoeklisenen die overgaan in getrapt metselwerk onder dakrand, gietijzeren sierankers, aanbouw tegen de linker zijgevel.
Dichtgemetselde segmentboogvormige poort, segmentboogvormige stalramen en rondboogvormige stalramen en hooiluik, rondvenster. Zadeldaken met rode en gesmoorde Mulden pannen. Gemetseld schuurtje met zadeldak, gesmoorde Mulden pannnen en rondboogvormig venster.