OP DE OSSENWAARD
9. Eerste Ossenwaardse Domeinenhof
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
Deze grote hofstede aan de Ossenwaardse dam naar het veer op de Houberg, werd ook wel `Kopraayenhof` en later 'Geerlingshof' genoemd. Op een rivierkaart uit 1746 is nabij de Oude Rijn de hofstede 'Koppraay' ingetekend en in 1754 blijkt uit een kaart van de 'Ossenwarthzen dam' dat daar de weduwe Geerligs woonde. Ook op de prachtige getekende rivierkaart van Johannes Bucker uit 1713 zien we in vogelvlucht de boerderij 'Kopray' met schuur en hooiberg. De boerderij behoorde later tot één van de vier Domeinenhoven op de Ossenwaard.
Op 13 oktober 1860 brak er brand uit. De boerderij en aangebouwde stal brandde tot de grond toe af. De restanten van boerderij en stal werden gesloopt. Ter plekke werd nu in dwarsrichting een grote graanschuur met dorsvloer gebouwd en daarachter evenwijdig het nieuwe woonhuis met stal. Daarachter werd ook een nieuwe ossenstal gebouwd met daarnaast een bakhuis met varkenshok. Op de plaats van het oude bakhuis werd dwars een nieuw kalverhok en karschop gebouwd. Alleen de vaaltstal en de grote bouwschuur bleven staan, maar werden wel gerenoveerd.
Op 6 mei 1908 werden de vier Domeinenhoeven op de Ossenwaard verkocht. De Eerste Domeinenhof werd eigendom van Theodoor Peters. Hij noemde haar voortaan De Ossenwaard.
In 1934 nam zijn zoon Hendrik Peters een belangrijke beslissing. Hij besloot het akkerbouw- en weidebedrijf te verpachten en voor zichzelf een gespecialiseerd fruitteeltbedrijf te beginnen.
De directe aanleiding voor de reorganisatie van het bedrijf vormde de felle brand die op 19 oktober 1933 het pas verbouwde woonhuis en een groot gedeelte van de bedrijfsgebouwen in de as legde. De maatschap werd in de loop van 2001 opgeheven en het fruitbedrijf gesaneerd. De gebroeders Peters verhuisden naar Tolkamer. De Ossenwaard met bijbehorende gronden werden in 2003 verkocht aan een zand- en grindwinningsonderneming.
10. De Eltense Vallei
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
Bij de brand op de Eerste Domeinenhof in 1933 werden het pas gerenoveerde woonhuis en een groot gedeelte van de bedrijfsgebouwen in de as gelegd. Bij de herbouw liet Hendrik Peters ernaast ook een landbouwerswoning bouwen, die hij verpachtte.
De eerste pachter die zich op 1 mei 1934 aan de Eltenseweg vestigde was
Cornelis Stuyt (1885-1981) uit Spanbroek. Op 1 november 1956 nam veehouder
Arie Stuyt (1918-1993) de pacht over.
In 1978 werden bouwmanswoning, bedrijfspanden cum annexis verkocht aan
Arie Stuyt, alsmede ongeveer 4 hectaren akker- en weideland. In 1984 verkocht de familie Peters nog eens 40 hectaren grond aan Arie Stuyt.
Op 1 januari 1990 droeg Arie Stuyt zijn veehouderij over aan zijn zoon
Gregorius Stuyt (*1951) ,gehuwd met Johanna Elisabeth Hendriksen.
11. Tweede Ossenwaardse Domeinenhof
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De Tweede Domeinenhof lag tussen de 'Eerste Domeinenhof' en de 'Van Embdenshof'. In de 17e eeuw werd ze de Ossenweert genoemd. In 1842 werd de hofstede met nog drie andere Domeinenhoven op de Ossenwaard verkocht aan
A.W. baron van Brienen te Wassenaar.
In 1913 brandde de boerderij af, maar het voorhuis werd in nagenoeg dezelfde stijl herbouwd. De Tweede Domeinenhof kwam in 1926 in bezit van de familie Janssen. In 1941 werd ze overgenomen door Johannes Wilhelmus Janssen (1900-1985). De boerderij is tot op heden in het bezit van de familie Janssen. In 2000 was dat Robertus Antonius Maria Janssen (*1973) landbouwer op deze oude hofstede.
Architectuurbeschrijving (1990)
T-boerderij, symmetrisch ingedeelde gevel met middenrisaliet met topgevel, één bouwlaag, gepleisterd, topgevels in zijgevels, beschoten. Deur met bovenlicht, ramen met bovenlichten, rondboogvormige boogtrommel. Dwars zadeldak, op achterhuis mansardekap met golfplaten. Schuur met mansardekap korfboogvormige deeldeuren, niet-oorspronkelijke schuifdeuren, rondvenster, hooiluik.
12. De Derde Domeinenhof (Scholvert)
De Derde Domeinenhof lag bij het veer over de Oude Rijn en heette van oudsher ook wel de Scholvert (Scholfert, Scholfwaard). Op een verhoging langs de linkeroever van de (Oude) Rijn stond een hofstede annex brouwerij en veerhuis.
De vier Ossenwaardse Domeinenhoeven waren tijdens de Bataafs-Franse tijd in handen gekomen van de landsoverheid en werden na de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden beheerd door de Dienst der Domeinen. De Domeinen verkocht in 1842 deze vier hofsteden, waaronder ook de Scholvert aan Arnold Willem baron van Brienen.
In 1862 nam Heinrich Lamers de pacht van de Scholvert over. Op 6 mei 1908 kocht stalhouder Gerhard Johann Wilhelm Lamers deDerde Ossenwaardse Domeinenhof van de Erven van Brienen voor ruim 62.000 gulden en was hij voortaan eigen boer.
Latere bewoners van de Scholvert waren Anton en Johan Lamers. Thans wordt 'Ossenwaard 4' bewoond door de landbouwer Josephus (Jos) Andreas Maria Lamers, gehuwd met Johanna (Ans) Hubertina Maria Baak. Op 4A woont H.J.C. Lamers-Sloot.
13. Vierde Domeinenhof (Reimerswaard)
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De Vierde Domeinenhof lag dieper op de Ossenwaard, voorbij de 'Scholvert', tegenover de 'Meeuwenpollen'. De hofstede werd ook wel Talhorstwaard of Reimerswaard genoemd. Iets verderop lag de 'Tangelderhof'.
Door de afdeling Lobith-Tolkamer van het Rode Kruis, die onder leiding stond van gemeentesecretaris Mulder en dokter Reijers was op Reimerswaard in het laatste oorlogsjaar 1944-1945 een noodpost ingericht. De ruime overwelfde kelders boden een veilig onderkomen tegen het geallieerde granaatvuur. Een tamelijk groot gezelschap wachtte hier de bevrijding af.
De hofstede werd in 1908 gekocht door Heinrich van Haarn. In 1932 werd ze verpacht aan Aloysius Sloot (1890-1984).
Hij werd opgevolgd door zijn derde zoon Joseph Sloot (1927-1985), die in 1958 met Ans G.M. Ebskamp (*1934) uit Elst getrouwd was.
Na het faillissement van de steenreus Terwindt & Arntz ging het eigendom over op een nieuwe vennootschap Nedusa, die op haar beurt weer in handen kwam van het Australische concern Boral Brick Company. In 1985 werden de opstallen verkocht aan Jos Sloot. Daarna berustte het eigendom van de gronden enige jaren bij het Britse concern Hanson die haar steenfabrieken in Nederland in 2002 overdroeg aan Terca Baksteen, een dochteronderneming van de bouwmaterialengigant Wienenberger uit Oostenrijk.
De huidige bewoner van 'Ossenwaard 5' is de landbouwer A.J.J. Sloot.
14. Van Embdenshof (Steenhof)
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De hofstede Van Embdenshof heeft pas in de 19e eeuw die naam gekregen. In de 18e eeuw werd ze `Steenhof` genoemd. Op een kaart van de Ossenwaard uit 1744 zien we bij deze hofstede de aanduiding `Engelberths`.
Tot 1806 werd de `Steenhof` nog bewoond door de rentmeester Van der Veecken. Daarna werd het eigendom van Hendrik Anton ridder Van der Renne (*1767), de nieuwe rentmeester van Huis Bergh. In 1836 werd de hofstede gekocht door
Steven van Embden uit Pannerden en kreeg toen de naam `Van Embdenshof`.
Uit een inventarisatie die in 1878 werd gemaakt, krijgt men een indruk van de plattegrond van de 'Van Embdenshof'. Die bestond uit:
- woonkamer
- salon
- tillemackkamer
- mangelkamer
- rooi logeerkamer
- bovenkamer
- middenkamer
- achterkamer
- achterslaapkamer
- overloop
- ondergang
- keuken
- tuinkamer
Van Embdenshof werd in het eerste decennium van de twintigste eeuw getroffen door een felle brand. Bij de herbouw werd de bovenverdieping niet meer aangebracht. Rondom deze brand ontstonden ook veel geruchten. Opzet?
In 1953 werd `Van Embdenshof`gekocht door Theo Volman (1917-1993), afkomstig van `Vierkenshof`. Thans woont zijn weduwe er nog.
Architectuurbeschrijving (1990)
Woonhuis, gelegen op een lichte verhoging, symmetrisch ingedeelde gevel, één bouwlaag, gepleisterd, plint, smeedijzeren ankers, richel ter hoogte van fries. Deur in portiek, deels schuiframen met 12- respectievelijk 6-ruits bovenlichten, blinden, segmentbogen.
Afgeplat geknikt schilddak, gesmoorde geglazuurde Romaanse pannen, mastgoot, gemetselde schoorsteen.
Gepleisterde schuur met zadeldak, voor-, zij- en achtertuin.
Het pand kreeg de kwalificatie architectuurhistorische waarde.
15. De Lindenhof (Den Ossenwaard)
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
In 1868 kreeg de weduwe Johanna van Embden-Verwaaijen toestemming een veldovensteenbakkerij op te richten. Hoogstwaarschijnlijk heeft zij toen de stenen gebakken voor de bouw van een nieuw pachtboerderij naast Van Embdenshof, die zij `den Ossenwaard` noemde en die voor de eerste maal verpacht werd aan de landbouwer Michiel Otten.
Op `Den Ossenwaard` kwam in mei 1902 als pachter Bernardus Johannes Sloot (1857-1926) uit Angerlo. Op 1 mei 1920 vertrokken Bernard Sloot en zijn vrouw naar de Keurbeek te Herwen. Het jaar ervoor was De Ossenwaard het bezit geworden van Theodorus Peters, die deze boerderij had gekocht voor zijn zoon
Herman Carel Marie Peters (1894-1976), die getrouwd was met
Dorothea Antonia de Jong (1894-1978).
Omdat de boerderij van zijn vader aan de Eltenseweg ook wel De Ossenwaard werd genoemd, gaf Herman er de naam `De Lindenhof` aan.
In 1992 besloten de gebroeders Roderick en Frans-Jozef Peters de boerenstand te verlaten en op 20 hectaren grond tussen woning en de Herwense polderdijk een natuurcamping met 500 plaatsen te scheppen. Zij leverden een langdurig juridisch gevecht met de gemeente Rijnwaarden. Na bijstelling van de plannen naar 250 plaatsen op tien hectaren, werd uiteindelijk de vergunning verleend.
Door Roderick Peters werd tevens een biologisch fruitteelt- en landbouwbedrijf opgezet, genaamd Het Geldersch Hof. Frans-Jozef Peters zette het agrarisch bedrijf voort, maar stopte met veeteelt. In de stallen werd een pension voor paarden ingericht.
Architectuurbeschrijving (1990)
Boerderij gelegen op een verhoging, T-vormige plattegrond, asymmetrisch ingedeelde gevel, 3-zijdige erker, één bouwlaag, baksteen, rollaag, achtergevel is gemetseld vlechtwerk.
Deur met ruitjes met bovenlicht in rechter zijgevel, ramen met bovenlichten, in achtergevel twee schuifpoorten.
Overstekend geknikt tentdak, schoorsteen op nok, gesmoorde verbeterde Hollandse pannen, bakgoot, dakkapellen, op achterhuis zadeldak, rode Mulden- en rode Hollandse pannen.
Voor-, zij- en achtertuin met kastanjebomen.
Het pand kreeg de kwalificatie architectuurhistorische en situeringswaarde.
16. Vinkenhorst (Speetenhof)
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
De benaming `Vinkenhorst` is pas tegen het einde van de 19e eeuw aan de boerderij gegeven. Voordien heette ze ook wel `t Hoeze. Het staat wel vast dat de hofstede nog tot in de jaren dertig van de 19e eeuw Speetenhof werd genoemd, naar de vroegere pachters Evert en Derk Speet. In het begin van de 19e eeuw was ze eigendom van Ridder van der Renne, die ze in 1836 verkocht aan
Steven van Embden.
In 1871 kreeg Godefridus (Frits) van Embden (1841-1912) de boerderij na boedelscheiding toegewezen. In 1873 werd de oude boerderij gesloopt en een nieuwe gebouwd naar een ontwerp van de Tolkamerse architect
G.H. Publiekhuysen. Waarschijnlijk heeft ze toen de naam `Vinkenhorst`gekregen. In november 1893 brak er brand uit en bleef er van de Vinkenhorst alleen een ruïne en een schuur over. Bij de herbouw in 1896 werd die schuur echter afgebroken.
In 1916 werd de boerderij verkocht aan de expediteur en steenfabrikant
Th.G.J. Daams uit Tolkamer. In 1918 werd de boerderij verpacht aan Willem Sloot (1889-1960), afkomstig van de `De Lindenhof`. In 1954 werd hij als pachter opgevolgd door zijn zoon Alfons C.M. Sloot (*1928).
In 1990 werd de pacht overgedragen aan zijn zoon Willibrord B.M. Sloot (*1966). De gebouwen en bijbehorende gronden werden in de jaren 1990–2001 afgegraven en geëgaliseerd ten behoeve van de baksteenindustrie. De gepachte gronden
De Vinkenhorst zijn thans het domein van Brord Sloot die in 1999 overstapte naar de biologische landbouw.
Architectuurbeschrijving (1990)
T-boerderij gelegen op een verhoging met symmetrisch ingedeelde gevel met middenrisaliet, twee bouwlagen, gepleisterd, plint, hoeklissen, gekorniste waterlijst, fries, aan linker zijgevel veranda met lessenaarsdak op gietijzeren gecanneleerde zuiltjes en hekwerk.
Dubbele paneeldeur met segmentboogvormig bovenlicht in segmentboogvormig portiek met geprofileerde omlijsting, ramen met segmentboogvormige deels twee-delige bovenlichten, luiken, blind venster plat dak, maatgoot, op achterhuis zadeldak, golfplaten.
Gepleisterde en deels gemetselde schuur met zadeldak en driedelige rondboogvormige blinde vensters met openingen, getrapte ramen onder dak, houten boenhok met golfplaten en zesdelige stalramen. Voor-, zij- en achtertuin, leilinden en esdoorn.
De Vinkenhorst kreeg de kwalificatie architectuurhistorische en situeringswaarde.
17. Dijkmanshof
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
Iets verder dan de 't Hoeze (Vinkenhorst) bevond zich op de Ossenwaard de boerenhofstede 'Dijkmanshof'. Deze hofstede ontleende haar naam aan de bewoners uit de tweede helft van de 18e eeuw. De oudste bekende bewoner is Willem Dijkman.
Op 1 mei 1838 vestigde Johan Heistermann (1785-1868) zich als eigenaar op 'Dijkmanshof'. In 1855 vond een renovatie van de hofstede plaats. In 1860 werd hun zoon Wilhelm Heistermann (1822-1898) de nieuwe boer op Dijkmanshof.
In 1900 werd 'Dijkmanshof' verkocht aan de familie Meurs, die daar tot in de loop van de jaren zeventig heeft geboerd. Toen werd ze met circa 25 hectaren grond verkocht aan de veehouder Adrianus Johan Bon (*1930). Medio jaren negentig van de vorige eeuw nam zijn zoon Arjen Bon het bedrijf over.
Hij verkocht het gehele bedrijf (woning, stallen en gronden) in 2000 aan
Th.P.A.M. Gerritzen uit Spijk. Ondanks de advisering van het Monumenten Inventarisatie Project uit 1990 werden woning en diverse gebouwen in januari 2001 gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. De oude Dijkmanshof is verleden tijd geworden.
Architectuurbeschrijving (1990)
Op een verhoging gelegen T-boerderij, symmetrisch ingedeelde gevel, twee bouwlagen, baksteen, hoeklissen, smeedijzeren muurankers, niet-oorspronkelijke aanbouw tegen rechter zijgevel.
Paneeldeur met meerdelige ruitjes en glas-in-lood bovenlicht in portiek met tegelwerk en omlijsting van rode verblendsteen (circa 1900), ramen met glas-in-lood bovenlichten, tweedelige draairamen op verdieping. Riet gedekt schilddak, twee gemetselde schoorstenen op nokuiteinden.
Gemetselde schuur met rondgemetselde rollaag en smeedijzeren ankers, schilddak met gesmoorde Hollandse pannen, segmentboogvormige meerruits stalramen.
Voor-, zij- en achtertuin met linden, esdoorn en platanen.
Het pand kreeg de kwalificatie architectuurhistorische en situeringswaarde.
18. Het Gelders Eiland
Bouw-, eigendoms- en bewoningsgeschiedenis
Dit fruitteeltbedrijf is een voorbeeld van de moderne landschapsbouw waarbij functionaliteit een eerste prioriteit heeft.
Na jaren akkerbouw te hebben gepleegd, werd in 1990 door Harmen C.J.M. Peters en zijn vrouw Carla Jonge Vos tegenover het voormalige gebouw van de ABTB aan de Eltenseweg een biologisch-dynamisch fruitteeltbedrijf opgezet. Ongeveer 13 hectaren zijn beplant met appel– en perenbomen.
In 1997 won Harmen Peters in het Engelse Kent het Europese kampioenschap voor het lekkerst biologisch geteelde appelsap.